Geert en Stef over zelf je weg & plek vinden en hoe er te zijn voor de gasten  

Een gesprek met Geert Serlippens en Stef De Palmenaer van het mobiele team van De Ketelberg.

Geert vertelt over zijn lange en zeer gevarieerde loopbaan: “Ik heb 10 jaar lesgegeven in een afdeling industriële wetenschappen in SMI Aalst afdeling te Erembodegem. Toen kwam de benoemingsstop in het onderwijs, hierdoor kwamen er geen vaste contacten meer vrij. Omdat ik elk schooljaar moest bedelen om uren, stelde Moeder overste die zowel directeur was van de school als directeur was van de aanpalende voorziening Bijzondere Jeugdzorg voor om als begeleider te gaan werken in de voorziening. In dat gezinsvervangend tehuis heb ik ongeveer 10 jaar gewerkt. Ik woonde samen met mijn gezin in de voorziening, maar na een aantal jaren werd dat wat moeilijk. We woonden samen met jongeren, die door de jeugdrechter geplaatst waren. Uiteindelijk werd de opvoeding van mijn eigen zoon teveel bemoeilijkt door mijn job. Tijd voor een nieuwe uitdaging: toen heb ik een centrum voor gezinsbegeleiding mee helpen opstarten in Geraardsbergen. Eénmaal dat goed liep, ben ik opnieuw beginnen lesgeven in Evere (Victor Horta), maar ik verloor erg veel tijd in het verkeer. Daarna ben ik bij Zonnelied aan de slag gegaan als hoofdopvoeder en later als diensthoofd, een job waarbij erg veel vergaderingen hoorden en veel stilzitten is geen grote kwaliteit van mij. En toen heb ik met de vorige directeur van het MPC afgesproken dat ik een soort van uitwisseling kon doen. Ik had mijn hart verloren aan de leefgroep Bosland, die op het moment van mijn aankomst nogal op zijn kop stond. Mijn opdracht was: zet het terug een beetje schuin😊 Dat was een kolfje naar mijn hand. In die tijd waren de leefgroepen nog gesplitst. In Bosland woonden toen enkel meisjes, na verloop van tijd voelde ik me verankerd in in deze leefgroep , dat heb ik een 12-tal jaar gedaan. Daarna ben ik terechtgekomen in het mobiele team, een laatste stap in mijn carrière. Mobiele begeleiding, bijvoorbeeld van de co-housing, is mijn dada: ik ga graag de straat op om me te begeven in allerlei oorden. Mijn werkgebied strekt zich uit van Ninove tot Aalst. Ik heb het geluk dat de meeste van mijn cliënten werken of naar school gaan, dat laat me toe om veel avonddiensten op te nemen. Zo kan ik zelf mijn planning maken, wat echt ideaal is, zeker op mijn leeftijd. Ik heb wat dieren thuis, en daar kan ik me in de voormiddag mee bezighouden. Ik vind het erg fijn dat ik dat zelf onder controle heb. Mijn job is zo’n beetje mijn leven. “

Over naar Stef: “Ah, is het eindelijk aan mij? Als Geert aan het woord is, dan zwijg ik gewoonlijk (lacht). We zien elkaar niet zo vaak, soms wat te weinig naar mijn zin. We zijn momenteel aan het opruimen in één van de co-houses, zodat we een ruimte voor onszelf krijgen. We starten daar met 2 nieuwe bewoners. Het wordt een nieuwe werking op het model van De Ketelbarg Pamel, waar we van 16u tot 20u aanwezig zullen zijn. Samen koken met de gasten, terwijl ze kunnen proeven van het alleen wonen, maar toch met een zekere aanwezigheid. Als we elkaar niet treffen op bureau, doen we ons coachingsgesprek via de telefoon. En we voorzien ook teamvergaderingen. In de co-housing hebben we ruimte voor een bureau en een ontmoetingsruimte, want het is belangrijk dat je af en toe kan ventileren en stoom aflaten. En natuurlijk ook ideeën uitwisselen. Het is cruciaal dat we op één lijn zitten voor de cliënten, en dat we die lijn consequent aanhouden. Ik werk intussen bijna 5 jaar voor het MPC. Ik heb eerst sales gedaan, maar daar was ik heel slecht in (lacht). Ik moest dingen verkopen waar ik totaal niet achter stond.  Daarna heb ik in de bouw gewerkt, waar ik mijn pols nogal zwaar beschadigd heb. Hulpkok ben ik ook nog geweest. Mijn moeder probeerde me voorzichtig in de richting van de zorg te gidsen, omdat zij zelf in die sector werkzaam was. Maar ik zag dat eerst echt niet zitten. Na al die vorige ervaringen, besefte ik echter dat ik me toch moest omscholen. En dan ben ik gestart aan mijn opleiding bij Artevelde. Ik heb er wat langer over gedaan, omdat ik een verschrikkelijk slechte student was. Ik slaagde er niet in om alles van buiten te blokken en heb eerlijk gezegd veel gevloekt. Ik had me als vrijwilliger opgegeven voor het campuskamp van het MPC, wat heel goed meeviel. Ze vroegen me om te komen solliciteren en een paar maand te proberen. Toen ben ik in het team van Kathleen Van Nuffel terechtgekomen. Ik ben gestart bij De Springplank met een tijdelijk contract, maar heb uiteindelijk een vast contract gekregen. Kathleen verhuisde naar het WOC en ik ben haar gevolgd als piloot. En daar heb ik Geert leren kennen. Ik moest intussen mijn eindwerk nog afwerken, wat moeilijk was, omdat ik in de mobiele begeleiding niet genoeg diepgang kon maken. Intussen is dat allemaal afgerond en ben ik sinds een dik jaar teamcoach van een 4-tal mensen. Ik heb mijn plek gevonden. Mijn raad aan andere mensen is: probeer het gewoon eens. Ik benader de dingen altijd met humor en het samenhorigheidsgevoel maakt ook enorm veel goed.”

Geert: “Ik heb het geluk gehad om altijd met jongeren te werken rond de 16 à 18 jaar. Ik vind het fijn om met hen te kijken wat ze later willen doen of niet doen, naar hoe ze in het leven staan en hen te begeleiden op de drempel naar hun leven als volwassene.“

Stef: “Op dat gebied kan ik nog veel leren van Geert. Soms denk ik wat té oplossingsgericht, ook vanuit mijn eerdere werkervaringen. Geert heeft een enorme feeling met al zijn jaren ervaring. Hij gaat als een kabbelend riviertje mee met de gasten en zo komen ze eruit.”

Geert: “Ik probeer inderdaad niet teveel verwachtingen te stellen, want dan komen ze toch bedrogen uit. Bij de start van een begeleiding zijn cliënten  soms wat weigerachtig en afwachtend. Dan probeer ik verbinding te maken, ze te bevestigen en begrip te tonen. Ik wil hen laten inzien dat het soms ook op een andere manier kan.  Dat vraagt wel wat tijd, soms duurt het wel een jaar eer je ergens geraakt. Het boeit me om te zien hoe ze stappen nemen. Geduld is een heel belangrijke factor. Je gaat mee in de hoogtes en de laagtes. Je laat gebeuren wat moet gebeuren, maar je ondersteunt hen wel als ze je nodig hebben. Soms gaan ze met heel klein stapjes vooruit, soms eens achteruit. Dan is het supermooi om ergens aan de eindstreep te kunnen zeggen: OK, hier staan we nu en dit is wat jij wou bereiken. Het opvoeden is op die leeftijd natuurlijk achter de rug, vanaf nu ga je als begeleider meer sturend en ondersteunend zijn. Mijn betrachting is om zoveel mogelijk naar de sterktes en de kwaliteiten te kijken van de cliënt, ervoor te zorgen dat ze voor zichzelf kunnen zorgen, rekening houdend met we ze zijn en mogen zijn, rekening houdend met hun kunnen, hun kwaliteiten.”

Vaak worden cliënten aangemeld door sociale diensten, deels stromen ze door uit onze jongere leefgroepen. Om te illustreren hoe ver Geert gaat voor hen: al jaren bekommerde hij zich in zijn eigen vrije tijd over iemand die hij ooit had leren kennen in de jongerenwerking en die in haar levensloop vaak door de mazen van het net viel, geen familie, geen vrienden, … alleen op de wereld. Hij heeft haar nu terug aangemeld in het MPC, zodat zij na zijn pensioen verder opgevolgd kan worden. Stilaan is Geert zijn dossiers aan het afronden. Met sommige mensen heeft hij al een heel lang traject lopen en het blijkt toch niet zo makkelijk om afscheid te nemen. Hij is het MPC ook dankbaar dat hij altijd de tijd en de kans gekregen heeft om de dingen voor zichzelf op een rijtje te zetten als dat nodig was. En opnieuw kansen heeft gekregen. “Dank u wel daarvoor!”

Stef: “We proberen onze cliënten er eigenlijk zelf te laten achter komen wat hun droom is in het leven. En als die droom niet haalbaar is, dan zorgen we ervoor dat ze zelf beseffen waarom het niet kan. In auto leren rijden is bijvoorbeeld niet voor iedereen weggelegd. Als wij aan de rem trekken, aanvaarden ze dat soms niet.”

Geert : “In een begeleiding zit altijd een stukje van jezelf. Je moet er wel voor waken dat je bepaalde dingen die je jezelf toe-eigent, niet doorgeeft aan je cliënt. Soms merk je dat een cliënt begint te reageren zoals je zelf zou doen, en dan moet je terug een paar stapjes achteruit, want dat is natuurlijk niet de bedoeling. Dit met ‘de rode draad’ in alle begeleidingen: “iedereen mag zijn wie hij of zij is”. Ik vind het na al die jaren nog steeds een supermooie en boeiende job.”